Onderhoud van de gazonmaaier, Het luchtfilter reinigen, Tips voor foutenopsporing – Flymo XL550 User Manual

Page 16: Nederlands - 3

Advertising
background image

Onderhoud van de gazonmaaier

Wanneer uw gazonmaaier langere tijd niet gebruikt
gaat worden, adviseren wij na gebruik de volgende
werkwijze te volgen:
1. Leg de motor stil.
2. Draai het brandstofkraantje

(K) goed dicht.

3. Start de motor opnieuw.
4. Wanneer de brandstof bijna op is en de motor

hapert, dient u de grasmaaier een stukje te kantelen.

5. Nadat de motor stilstaat ontspan de Operator

Presence Contro.

6. Maak de bougiekabel los.
7. Verwijder de benzine uit de benzinetank.
Schoonmaken - DRAAG HANDSCHOENEN

Houd de gazonmaaier schoon - afgeknipt gras
dat terecht komt in een luchtinlaat of in de motor
is brandgevaarlijk.

Gebruik voor het reinigen van de gazonmaaier
geen chemicaliën, of oplosmiddelen - sommige
hiervan kunnen belangrijke kunststof onderdelen
vernietigen.

1. Verwijder gras onder de maaikast met een borstel.
2. Met behulp van een zachte borstel verwijdert u gras

in en rond het motorgedeelte en uit alle luchinlaten.

3. Verwijder de waaier - zie 'Verwijderen en monteren

van het maaimes en de waaier' - en maak deze
schoon met een zachte borstel.

4. Veeg de maaikast van uw gazonmaaier af met een

droge doek.

De grasmaaier vervoeren
• Draai het brandstofkraantje dicht en vervoer de

grasmaaier met de motor in de horizontale stand.

• De grasmaaier nooit met draaiende motor

vervoeren.

Uw gazonmaaier opbergen
Draai het brandstofkraantje dicht en sla de machine op
in een koele, droge, vochtbestendige en veilige ruimte,
met de motor in de horizontale stand.
Aan het eind van het maaiseizoen
1. Leg de motor stil.
2. Draai de het brandstofkraantje

(K) goed dicht.

3. Start de motor opnieuw.
4. Wanneer de brandstof bijna op is en de motor

hapert, dient u de grasmaaier een stukje te kantelen.

5. Nadat de motor stilstaat ontspan de Operator

Presence Control.

6. Maak de bougiekabel los.
7. Verwijder de benzine uit de benzinetank.
8. Verwijder de bougiekabel en de bougie. Giet een

theelepel (5 ml) olie door de bougie- opening. Trek twee-
of driemaal aan de starthendel. Dit verdeelt de olie naar
de interne delen van de motor. Controleer en reinig de
bougie. Indien deze moet worden vervangen raadpleeg
dan uw plaatselijke Electrolux Outdoor Products dealer.
De bougiekabel mag niet meer worden aangesloten.

9. Reinig het luchtfilter.

Zie: 'Schoonmaken van het

luchtfilter'.

10.Vervang het maaimes indien het is gebarsten of

anderszins beschadigd dan wel verbogen. Vervang zo
nodig de bladbout.

Zie: 'verwijderen en monteren

van maaimes en waaier' voor volledige instructies.

11. Gebruik alleen originele Flymo onderdelen en

accessoires die voor dit produkt zijn gespecificeerd.

12.Maak uw gazonmaaier grondig schoon.

Zie:

'Schoonmaken van de gazonmaaier'.

13.Uw plaatselijke Electrolux Outdoor Products dealer

voert elke gewenste service of reparatie uit.

14.Bewaar uw gazonmaaier op een koele, droge,

vochtbestendige en veilige plaats.

Het luchtfilter reinigen

Q1 - Luchtpijp, Q2 - Luchtfilter, Q3 - Filter,
Q4 - Vergrendelingslipjes, Q5 - Deksel van luchtfilter
De motor nooit zonder filter of met een vuil filter laten
draaien. Dit zal de efficiëntie van de motor aanzienlijk
verminderen en leidt tot beschadiging van de motor. Uw
grasmaaier is voorzien van een luchtfilter dat als volgt
moet worden onderhouden:
• Het filter voor elk gebruik controleren.
• Elke 25 uur reinigen, of vaker indien de machine

onder stoffige omstandigheden wordt gebruikt.

• Het filter elke 200 uur vervangen.
1. Druk op de vergrendelingslipjes boven op het deksel

van het luchtfilter en verwijder het deksel.

2. Controleer of het filter schoon is en in goede staat verkeert.
Als het filter vuil is:

Tik het luchtfilter enkele malen tegen een hard
oppervlak om vuil te verwijderen, of blaas via het
schone vlak, dat naar de motor is gericht, perslucht
door het luchtfilter. Probeer nooit om vuil af te borstelen,
daar dit het vuil in de vezels forceert.

3. Veeg het vuil met een vochtige doek van het

luchtfilter en het deksel. Let erop dat er geen vuil in
de luchtpijp naar de carburateur komt.

4. Zet het filter en het deksel van het luchtfilter weer op

hun plaats.

Tips voor foutenopsporing

Motor wil niet starten
1. Zorg dat de Operator Presence Control stevig tegen

de bovenduwboom wordt aangetrokken.

2. Controleer dat er voldoende brandstof in de tank zit

en dat het brandstofkraantje open staat.

3. Controleer dat de regelhendel van de choke in de

juiste stand staat: de stand ‘Draaien’

(N) als de

motor heet is, de stand ‘Choke’

(L) als de motor

koud is.

4. Brandstofmengsel is verouderd of verkeerd

gemengd - vervang dit dan voor een vers
brandstofmengsel.

5. Controleer of de mesbout vast zit. Een losse bout

kan een startprobleem veroorzaken.

6.

Indien de motor nog steeds niet start, ontkoppel
dan de bougiekabel en raadpleeg uw plaatselijke
Electrolux Outdoor Products dealer.

Slechte zweving of gebrek aan vermogen
1. Ontkoppel de bougiekabel.

2. Reinig de onderkant van de maaikast, het luchtfilter, de

waaier, het gedeelte rond de motor en de luchtinlaten.

3. Controleer dat de regelhendel van de choke in de

stand ‘Draaien’

(N) staat.

4.

Indien slecht zweven of gebrek aan vermogen
blijft voortduren, ontkoppel dan de bougiekabel
en raadpleeg uw plaatselijke Electrolux Outdoor
Products dealer.

Overmatig trillen
1. Ontkoppel de bougiekabel.
2. Controleer of het maaimes op de juiste wijze is

bevestigd. Zie: 'Verwijderen en monteren van het
maaimes en de waaier'.

3. Als het maaies is beschadigd of versleten, vervang

het dan door een nieuw maaies.

4.

Indien de trilling blijft aanhouden, gebruik de
gazonmaaier dan niet. Ontkoppel de bougiekabel
en raadpleeg uw plaatselijke Electrolux Outdoor
Products dealer.

NEDERLANDS - 3

Advertising
This manual is related to the following products: