SOLO 416 Rückentragbare Akku-Druckspritze User Manual

Page 92

Advertising
background image

Sproeimiddel aanmaken, sproeivloeistofreservoir vullen

NEDERLANDS 12

6. Sproeimiddel aanmaken,

sproeivloeistofreservoir vullen

Wanneer u met het sproeimiddel omgaat,
dient u absoluut rekening te houden met de

veiligheidsvoorschriften in deze
gebruiksaanwijzing (meer bepaald met paragraaf
1.3 “Veilig omgaan met pesticiden”) en de
instructies van de fabrikant van het sproeimiddel.

Bijkomende basisregels voor het vullen van het
sproeivloeistofreservoir

Voor u vloeistoffen in het
sproeivloeistofreservoir giet, moet de

aflaatklep (18) gesloten zijn (hefboom haaks op de
slang).

Aan de zijkant van het sproeivloeistofreservoir (1)
zijn markeringen (4) voor het vulvolume
aangebracht. Het sproeivloeistofreservoir heeft
een maximaal vulvolume van 20 liter (bovenste
markering). Correct aangemaakt sproeimiddel
mag niet voorbij de bovenste markering in het
reservoir worden gegoten.

De vulzeef (3) in de vulopening heeft een
maasbreedte van 0,55 mm. Wanneer het
sproeivloeistofreservoir wordt gevuld, dient u altijd
de vulzeef te gebruiken. Controleer de vulzeef
voor het vullen. Als de vulzeef beschadigd is, dient
u ze te vervangen door het originele wisselstuk
(bestelnr.: 4200104) met de correcte
maasbreedte.

Als u sproeimiddel in het reservoir giet (ook als u
bijvult), dient u de pomp uit te schakelen, waarna u
het apparaat van uw rug neemt en op een
geschikte plaats op de grond zet.
Voorkom dat het sproeivloeistofreservoir
overloopt, dat openbare waterlopen, regen- en
rioleringskanalen verontreinigd raken. Veeg
gemorst sproeimiddel onmiddellijk weg.

Tijdens het vullen dient u er altijd op te letten dat
het handventiel en de aflaatklep gesloten zijn.
Meng het sproeimiddel nooit rechtstreeks in het
sproeivloeistofreservoir.

Na het vullen het afsluitdeksel op de vulopening
goed afsluiten, zodat er geen sproeivloeistof kan
uitlopen.

Hoeveelheid sproeivloeistof
Maak de sproeivloeistof aan volgens de
voorschriften van de fabrikant. De hoeveelheid is
afhankelijk van de effectieve behoefte.

Uitgangswaarden voor pesticiden:
 Bodemculturen 0,3-0,5 l voor 10 m

2

 Lage struiken 1,0-1,5 l voor 10 m

2

 Leibomen, spilheesters 0,5 -1,0 l per stuk
 Grote struikbomen 2,0 l per stuk

Pesticide aanmaken
Pesticide enkel in open lucht aanmaken, nooit in
woonruimten, stallingen of opslagruimten voor
levensmiddelen en voeder.

Poedervormige pesticiden:
 Maak het pesticide aan in een afzonderlijk

reservoir, niet in het sproeivloeistofreservoir!

 Meng goed voor – giet het mengsel pas daarna

via de vulzeef in het sproeivloeistofreservoir.

 Roer de sproeivloeistof in het reservoir

nogmaals goed door met behulp van de
sproeilans.

Vloeibare pesticiden:
 Vul het sproeivloeistofreservoir voor 1/4 met

water.

 Meng het sproeimiddel in een afzonderlijk

reservoir met water volgens de instructies van
de fabrikant van het sproeimiddel.

 Giet het voorgemengde sproeimiddel via de

vulzeef in het sproeivloeistofreservoir.

 Voeg volgens de instructies van de fabrikant

van het sproeimiddel voldoende water toe.

 Roer de sproeivloeistof in het reservoir

nogmaals goed door met behulp van de
sproeilans.

Bij gebruik van sproeimiddelen die aangemaakt
zijn op basis van plantaardige preparaten, dient u
er op te letten dat de vloeistof voor het vullen goed
wordt voorgefilterd, zodat de vulzeef niet verstopt
raakt.

Advertising