ROTHENBERGER ROPOWER 50 R User Manual
Page 81
NEDERLANDS
77
4.7
Aftappen van de olie
Neem hierbij ook de voorschriften
met betrekking tot de veiligheid en
de milieuvriendelijke afvoer in
hoofdstuk 9 in acht.
5
Werking en bediening van de schroefdraadsnijmachine
5.1
Inspannen van de werkstukken
(B)
De beitelslede kan het frame raken, alvorens het draadsnijden is voltooid; daardoor
kunnen snij-ijzerhouder en machine worden beschadigd. Daarom moet tussen de
aan het werkstuk gesneden draad en de snij-ijzerhouder een afstand worden
aangehouden van minstens 70 mm.
Kantel de pijpafsnijder en de draadsnijkop naar boven, zodat ze niet in de weg staan en zet
de binnenontbramer aan de achterkant aan.
Breng het werkstuk vanaf de kant van de zelfcentrerende klauwplaat in (afbeelding 1) en
zet de zelfcentrerende klauwplaat stevig vast (afbeelding 2).
Houd het werkstuk op de zijde van de snij-ijzerhouder met de rechterhand vast en trek het
geleidelijk met de snij-ijzerhouder vast (afbeelding 3).
Ga na of alle spanklauwen contact hebben met het werkstuk.
Hebben niet alle spanklauwen goed contact met het werkstuk, dan zal het waggelen,
en noch het snijden noch het draadsnijden kan correct worden uitgevoerd.
Klem het werkstuk vlot in en trek het stevig vast.
Gebruik bij lange of zware pijpen in ieder geval de bril artikelnr. 56047, om een
waggelen of verdraaien van het werkstuk tijdens het draaien of het kantelen van de
machine ten gevolge van het gewicht van het werkstuk te voorkomen. Werkstuk en
machine kunnen anders instabiel worden.
5.2
Snijden van de werkstukken met de pijpafsnijder
(C)
Raak het snijvlak niet aan met blote handen, het kan heet zijn en scherpe
kanten hebben. Gevaar voor letsel en brandwonden!
Klauwplaat
Pijp
olieaftapplug