Opname maken van uzelf – Yamaha DTXPRESS II User Manual
Page 170
20
Vervolgens kunt u uw eigen drumpartij opnemen met de DTXPRESS II-sequencer.
Evenals bij standaardsongs kunt u bij opgenomen songs een andere drumset kiezen,
het tempo wijzigen en de song afspelen.
2-1. Stel het aantal maten in dat u wilt opnemen
Stel het aantal maten in dat u wilt opnemen.
* Wanneer het andere spoor al gegevens bevat, bepaalt het
aantal maten van dat spoor de lengte van de song.
2-2. Selecteer de opnamemodus
Selecteer een van de volgende opnamemodi:
Overwrite (Ovr): De opname vindt plaats in de modus Repeat. Na
het einde van de laatste maat wordt de song weer vanaf het be-
gin gestart zodat nieuwe gegevens kunnen worden toegevoegd
aan de bestaande gegevens op het spoor.
Replace (Rpl): Wanneer het einde van de laatste maat is bereikt of
op [>/
■] wordt gedrukt, wordt de opname gestopt (en dus niet
herhaald).
2-3. Stel het opnamespoor in
Selecteer spoor 1 of 2 voor de opname.
2-4. Stel het tempo en de beat van de metronoom in
Stel het tempo en de beat van de metronoom in die tijdens de opname
hoorbaar is.
2-5. Stel de kwantiseringsfunctie in
U kunt de kwantiseringsfunctie gebruiken om uw timing te corrige-
ren. De noten worden dan opgeschoven naar de dichtstbijzijnde beat.
De nauwkeurigheid van de kwantisering wordt ingesteld met een noot-
waarde. De functie kan worden gebruikt tijdens de opname.
* Als de kwantiseringsfunctie is ingesteld op “no”, is deze
niet actief.
* U kunt de kwantiseringsfunctie ook gebruiken nadat de op-
name is voltooid (Reference Guide : p. 25).
Opname maken van uzelf
■ Opnamesysteem
• Kies voor de opname een van de hiervoor bestemde persoonlijke
songs (nr. 96-127). Voor opname kunt u geen standaardsongs ge-
bruiken (nr. 1-95).
• Persoonlijke songs bevatten twee sporen voor opname. U neemt al-
tijd één spoor tegelijk op.
• Tijdens het opnemen van de song wordt informatie in het geheugen
opgeslagen over het tijdstip en de wijze waarop de afzonderlijke
pads werden bespeeld. Dit worden sequencegegevens genoemd.
MIDI-gegevens afkomstig uit de MIDI IN/TO HOST-aansluitingen
kunnen tegelijkertijd worden opgenomen.
• Sequencegegevens kunnen worden gebruikt om het tempo te veran-
deren en een voice of drumset te selecteren tijdens het afspelen.
mReference Guide : p. 24 [2. Program Change, Bank Select]
• Voordat u de song start, moet u het aantal op te nemen maten opge-
ven. De opname vindt plaats in real-time. Wanneer het einde van de
laatste maat is bereikt, zijn er twee mogelijkheden afhankelijk van
wat is ingesteld: (1) de song stopt automatisch (Replace) en de op-
name is voltooid; (2) de song start weer vanaf het begin zodat nieuwe
gegevens kunnen worden toegevoegd aan de eerder opgenomen ge-
gevens (Overwrite).
U kunt nu gaan opnemen
1. Selecteer de song die u wilt opnemen
Druk op [SONG] om het Song venster te openen en selecteer een
persoonlijk songnummer (nr. 96-127).
* Als op beide sporen van een persoonlijke song gegevens
staan, kan deze song niet worden gebruikt.
* Als u de opname start terwijl er geen song is geselecteerd,
wordt automatisch de lege persoonlijke song met het laag-
ste nummer geselecteerd. Hetzelfde gebeurt wanneer voor
de opname een standaardsong is geselecteerd.
2. Stel de opnamecondities in
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [>/
■]. Het volgende instelvenster
Recording Conditions verschijnt.
Druk eerst op [SEL<]/[SEL>] om de gewenste parameter te selecte-
ren en vervolgens op [VALUE–]/[VALUE+] om de volgende opname-
condities in te stellen.
● Kwantisering (een voorbeeld)
• De opgenomen noten zijn niet op tijd gespeeld.
Juiste timing
3. Start de opname
Druk op [>/
■] en na het aftikken van twee maten vooraf wordt de
opname gestart. Luister tijdens de opname naar de clickvoice van de
metronoom.
* Als u op [>/
■] drukt terwijl het toegewezen spoor gege-
vens bevat, verschijnt het foutbericht “Data not Empty”.
De opname wordt geannuleerd.
• De kwantiseringsfunctie corrigeert de timing.
REC
M=
32=Rp1†=1
ƒ=120
B=
4/4Q=
©
Kwantiseringsfunctie
Beat
Tempo
Spoor
Opnamemodus
Aantal op te nemen maten